Weergaven: 4
Duurzame bloemenstroken lokken meer bestuivers
Bloemenstroken bieden meer dan alleen kleur in het landschap. Ze vormen een onmisbare voedselbron voor tal van bestuivers zoals honingbijen, solitaire bijen en vlinders. Vooral in landbouwgebieden waar voedsel voor bijen vaak schaars is dragen bloemrijke akkerranden bij aan de biodiversiteit en de ecologische waarde van de omgeving. Maar hoe maken we deze bloemenstroken duurzaam en effectief? Recent onderzoek aan de universiteit van Pisa (Italië) toont aan welke wilde bloemensoorten het meest succesvol zijn en hoe we de bloemenstroken optimaal kunnen beheren voor de beste resultaten.
Driejarig onderzoek onthult de beste bloemensoorten en bodembeheerpraktijken
De onderzoekers experimenteerden met verschillende wilde bloemensoorten en met twee beheersmethoden (harken en versnipperen). Ze vergeleken hun effect op de overleving van wilde bloemen en bestuivers.
Uit de resultaten van de studie blijkt dat een zorgvuldige selectie van wilde bloemensoorten in combinatie met de juiste beheersmethoden een groot effect heeft bij het creëren van duurzame wilde bloemenstroken. Wilde bloemen die van nature in een agrarische omgeving voorkomen bleken het beste te presteren en zaaiden zichzelf verder uit. Harken na de bloei (eggen) bleek de overleving van zowel wilde bloemen als bestuivers te bevorderen in vergelijking met versnippering.
Succesvolle wilde bloemen in de bloemenstrook
Niet alle bloemen die door de onderzoekers werden getest in de bloemstroken bleken even succesvol. Na drie jaar experimenten bleken de volgende soorten het beste te gedijen, met een overlevingspercentage van meer dan 20% na drie jaar.
Deze bloemensoorten worden aanbevolen voor bloemenstroken:
- Korenbloem (Centaurea cyanus)
- Bolderik (Agrostemma githago)
- Gekroonde ganzenbloem (Glebionis coronaria)
- Gele ganzenbloem(Glebionis segetum)
- Valse kamille (Anthemis arvensis)
- Klaproos (Papaver rhoeas)
Deze soorten zijn niet alleen aantrekkelijk voor bestuivers, ze gedijen ook goed op de bewerkte landbouwgronden en zaaien zich verder uit.
1 = A. annua L. 2 = A. githago. 3 = A. radiatus. 4 = A. hybrida. 5 = A. arvensis. 6 = B. perfoliata. 7 = C. cyanus. 8 = C. erythraea. 9 = G. coronarium. 10 = G. segetum. 11 = C. regalis. 12 = E. plantagineum. 13 = L. speculum-veneris. 14 = L. flos cuculi. 15 = M. inodora. 16 =
N. damascena. 17 = O. grandiflora. 18 = P. hybridum. 19 = P. rhoeas. 20 = S. armeria. 21 = S. conica. 22 = S. gallica. 23 = T. apulum. 24 = V. hispanica. 25 = V. blattaria.
Beheer: harken (eggen) versus mulchen
De manier waarop de bloemenstroken worden beheerd, heeft een grote impact op het aantal bloemen en de overleving ervan. Harken verhoogt de overleving van bloemen tot 10,9% en creëert de ideale omstandigheden voor de zaden om opnieuw te kiemen. Mulchen leidt tot een afname van de biodiversiteit en verhoogt de groei van invasieve onkruiden zoals melganzevoet (Chenopodium album). In dit geval overleeft slechts 4,8% van de bloemen.
Bloembezoek: honingbijen en andere bestuivers
Tijdens het eerste jaar trokken bloemenstroken gemiddeld 150 bloembezoeken per vierkante meter per uur, waaronder honingbijen, hommels, solitaire bijen, zweefvliegen en vlinders. Na verloop van tijd daalde het aantal bezoeken, vooral bij stroken die werden versnipperd. Honingbijen bleken het meest gevoelig voor een afname van bloemen, omdat ze specifieke voorkeuren hebben voor bloemen met overvloedige nectar.
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0925857424003112#f0005
Wil je meer weten of zelf aan de slag met bloemenstroken langs akkerranden? Imkers Neteland vzw zaait jaarlijks verschillende bloemenweides in en zorg voor de verdeling van bloemenzaden. Neem contact met ons op en doe mee aan onze jaarlijkse bloemenactie!